Een lees- en kijkboek over gedichten uit binnen- en buitenland
en tegelijk een experiment met het genre 'essay'. Het gaat over
kosmische poëzie en over de kosmos die de poëzie zelf is. Martien
de Jong citeert, combineert, vertelt, vertaalt en legt uit. Leidmotief
blijft dat de poëzie pas functioneert als de lezer bereid is in
gedichten te geloven.
De Jong heeft zijn omvangrijke stof geordend volgens het vierdelig
strofenschema van het sonnet, maar met dit verschil dat er 'tussenspelen'
zijn ingelast na elk van de vier 'strofen' of hoofdstukken.
Prenten met kosmische motieven versieren of versterken de teksten
en een register helpt bij het terugvinden van wat men wil herlezen,
herzien of zelf combineren.